ECLI:NL:CRVB:2014:684
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum ouderdomspensioen en aanvraagtermijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ingangsdatum van een ouderdomspensioen voor appellant, geboren op 1 januari 1940. Appellant had een aanvraag om een ouderdomspensioen ingediend, maar niet binnen de daarvoor gestelde termijn. Hij stelde dat hij door een geestelijke aandoening niet in staat was om zijn belangen te behartigen en daarom niet tijdig een aanvraag kon indienen. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had hem een ouderdomsuitkering toegekend met ingang van maart 2009, maar appellant eiste dat deze ingangsdatum teruggezet zou worden naar 1 januari 2005.
De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat uit de medische verklaring niet voldoende bleek dat appellant door zijn ziekte niet in staat was om hulp in te schakelen of zijn aanvraag tijdig in te dienen. De rechtbank concludeerde dat onbekendheid met de wet geen grond kan zijn voor een uitzondering op de aanvraagtermijn.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn eerdere gronden, maar de Centrale Raad van Beroep kon zich volledig vinden in de overwegingen van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de argumenten van appellant niet tot een ander oordeel konden leiden en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 februari 2014.