ECLI:NL:CRVB:2014:62
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- R.C. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over medische beoordeling in het kader van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
Op 16 januari 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep een tussenuitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen de Pensioen- en Uitkeringsraad. De zaak betreft de toepassing van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). Appellant, geboren in 1942 in het voormalige Nederlands-Indië, had eerder een aanvraag ingediend voor een toeslag of periodieke uitkering op basis van de Wubo, welke was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de betrokkenheid van appellant bij bombardementen en andere gebeurtenissen tijdens de Japanse bezetting niet voldoende was aangetoond.
In de tussenuitspraak werd vastgesteld dat appellant getuige is geweest van een slachting onder de Indonesiërs tijdens de Bersiap-periode, maar dat er ook andere traumatische gebeurtenissen zijn die in aanmerking moeten worden genomen. Dit betreft met name het getuige zijn van de verkrachting van zijn moeder door Japanse soldaten. De Raad oordeelde dat de eerdere beoordeling van de medische situatie van appellant niet volledig was en dat er opnieuw een medische beoordeling moet plaatsvinden, waarbij deze nieuwe informatie in overweging moet worden genomen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de Pensioen- en Uitkeringsraad opgedragen om binnen drie maanden de gebreken in het besluit van 27 december 2010 te herstellen, zodat de zaak opnieuw kan worden beoordeeld met inachtneming van de nieuwe feiten. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige en volledige medische beoordeling in zaken die onder de Wubo vallen, vooral in het licht van de traumatische ervaringen van de betrokkenen.