ECLI:NL:CRVB:2014:4451
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Herziening van WGA-uitkering en geschiktheid voor geselecteerde functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 december 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had eerder geoordeeld dat appellante in staat was om de werkzaamheden te verrichten die verbonden zijn aan de geselecteerde functies, en dat de geschiktheid van appellante voor deze functies voldoende was toegelicht. Appellante had in hoger beroep aangevoerd dat zij zwaarder beperkt was dan het Uwv had aangenomen en verzocht om de benoeming van een onafhankelijk deskundige. De Raad heeft echter geoordeeld dat het bestreden besluit van het Uwv op een deugdelijke medische grondslag was gebaseerd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep had zorgvuldig onderzoek verricht en de bevindingen waren niet in twijfel getrokken door de rechtbank. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen reden was om aan de medische beperkingen van appellante te twijfelen, en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat appellante in staat was om de geselecteerde functies te vervullen. De Raad heeft het hoger beroep van appellante afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd. Tevens is het verzoek om vergoeding van schade afgewezen. De uitspraak is gedaan door J. Riphagen, in tegenwoordigheid van V. van Rij als griffier.