ECLI:NL:CRVB:2014:4184
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Heropening WAO-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de heropening van een WAO-uitkering van appellant, die in 1992 een uitkering had gekregen vanwege arbeidsongeschiktheid. De uitkering was in 2007 ingetrokken omdat de mate van arbeidsongeschiktheid onder de 15% was gedaald. Appellant verzocht in 2011 om heropening van de uitkering, wat aanvankelijk werd afgewezen, maar later werd herzien met een toekenning van een uitkering van 15-25% vanaf 2008. De rechtbank Leeuwarden verklaarde het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 31 oktober 2014 heeft appellant, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt herhaald dat zijn psychische klachten onvoldoende waren meegewogen en dat de aangeboden functies niet geschikt waren. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellant geen objectieve medische gegevens heeft overgelegd die de beoordeling van de verzekeringsarts in twijfel trekken. De Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 21 juli 2011 werd als juist beschouwd, en de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, werden als medisch geschikt geacht. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een deskundige te benoemen, en heeft het hoger beroep van appellant afgewezen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, en oordeelde dat er geen reden was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door T.L. de Vries, in aanwezigheid van griffier S. Aaliouli, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.