ECLI:NL:CRVB:2014:4019
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de Ziektewet-uitkering na zorgvuldig onderzoek door Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. Appellante, die als kassamedewerkster werkte, was op 9 november 2010 uitgevallen door knieklachten en had een Ziektewet-uitkering ontvangen. Het Uwv had na een medisch onderzoek vastgesteld dat appellante per 5 maart 2012 niet langer recht had op ziekengeld. Appellante was het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij stelde dat haar belastbaarheid niet correct was ingeschat.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv een volledig en zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar de belastbaarheid van appellante. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de functie van kassamedewerkster als maatstaf voor de belastbaarheid moest worden genomen. Appellante voerde aan dat de rechtbank ten onrechte het rapport van haar verzekeringsarts Elemans had genegeerd, die stelde dat zij niet in staat was om haar werk te verrichten. De Raad oordeelde echter dat de conclusies van de verzekeringsarts van het Uwv beter onderbouwd waren en dat de door appellante aangegeven beperkingen niet objectief medisch waren onderbouwd.
De Raad concludeerde dat het Uwv terecht had vastgesteld dat appellante geschikt was voor haar werk, rekening houdend met haar beperkingen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 31 oktober 2014.