ECLI:NL:CRVB:2014:3932
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van herzieningsverzoek in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 november 2014 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar herzieningsverzoek. De zaak betreft een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 11 december 2012, waarin het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk was verklaard omdat zij het verschuldigde griffierecht niet tijdig had betaald. Appellante heeft verzet aangetekend en is verschenen op de zitting van 11 november 2014, terwijl het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer niet aanwezig was.
De Raad overweegt dat appellante erkent het griffierecht niet tijdig te hebben voldaan. Zij heeft aangevoerd dat zij had verzocht om drie herzieningsverzoeken in één zitting te behandelen, maar dit verzoek is de Raad niet bereikt. De Raad concludeert dat appellante niet mocht aannemen dat zij geen griffierecht verschuldigd was. Bovendien heeft appellante het griffierecht in september 2014 voldaan, maar dit gebeurde na de uitspraak waartegen zij verzet heeft gedaan, waardoor dit niet kan leiden tot een gegrond verzet. De Raad wijst appellante erop dat zij opnieuw een verzoek om herziening kan indienen.
De Centrale Raad van Beroep heeft uiteindelijk het verzet ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door M. Hillen, in tegenwoordigheid van C.M. Fleuren als griffier, en is openbaar uitgesproken op 24 november 2014.