ECLI:NL:CRVB:2014:3906
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond bij niet-tijdige indiening hogerberoepschrift
Op 19 november 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/2990 BABW-V. Het verzet van de appellant is ongegrond verklaard. De appellant had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 7 april 2014, maar dit hogerberoepschrift was niet tijdig ingediend. De Raad heeft in zijn eerdere uitspraak van 16 juli 2014 het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift te laat was ingediend.
In het verzetschrift voerde de appellant aan dat hij het hogerberoepschrift tijdig per post had verzonden en dat de late postbezorging hem niet kon worden verweten. Daarnaast stelde hij dat hij op de laatste dag van de beroepstermijn geen beschikking had over zijn fax door externe omstandigheden. De Raad heeft echter geoordeeld dat bij de vaststelling van de datum waarop een brief ter post is bezorgd, wordt uitgegaan van het poststempel op de enveloppe, tenzij de verzender kan aantonen dat de brief eerder ter post is bezorgd. De enkele verklaring van de appellant was hiervoor niet voldoende.
De Raad heeft ook overwogen dat het ontbreken van een fax geen reden is om te concluderen dat de appellant niet in verzuim is geweest. Er waren geen andere aanknopingspunten die deze conclusie zouden kunnen ondersteunen. De Raad heeft daarom geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier.