ECLI:NL:CRVB:2014:373
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- H.J. Dekker
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak met betrekking tot ontslag en terugvordering van bezoldiging
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.W.C. van Kleef, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin zijn beroep tegen een ontslagbesluit van het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling ongegrond werd verklaard. Verzoeker heeft tevens een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, waarin hij stelt dat er sprake is van spoedeisend belang, omdat het dagelijks bestuur voornemens is tot terugvordering van te veel betaalde bezoldiging over een bepaalde periode. De voorzieningenrechter heeft op 11 februari 2014 uitspraak gedaan op dit verzoek.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker sinds 1 maart 2006 werkzaam was bij het Samenwerkingsverband en dat zijn werkrelatie met een collega onder druk is komen te staan, wat heeft geleid tot zijn schorsing en uiteindelijk ontslag. Verzoeker heeft betoogd dat het ontslagbesluit onterecht is, omdat het dagelijks bestuur niet bevoegd zou zijn tot ontslagverlening. Hij heeft ook financiële nood geuit, omdat hij vreest het teruggevorderde bedrag van € 10.195,87 niet te kunnen terugbetalen.
De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat verzoeker onvoldoende bewijs heeft geleverd van een nijpende financiële situatie en dat de stelling dat het ontslagbesluit evident onjuist is, niet leidt tot de conclusie dat er sprake is van onverwijlde spoed. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat niet voldaan is aan de voorwaarden van de Algemene wet bestuursrecht. Er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken.