ECLI:NL:CRVB:2014:3687
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- M. Hillen
- M.C.D. Embregts
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een bijstandsaanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Groningen. Appellant heeft op 19 december 2011 een aanvraag om bijstand ingediend op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Na een intakegesprek op 9 januari 2012 heeft het college besloten de aanvraag niet verder te behandelen, omdat appellant zijn aanvraag zou hebben ingetrokken. Later heeft het college het bezwaar tegen dit besluit ongegrond verklaard, met als reden dat appellant niet aan zijn inlichtingenverplichting had voldaan, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld.
De rechtbank Noord-Nederland heeft in een eerdere uitspraak het beroep van appellant gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij tijdens het intakegesprek heeft verklaard dat de kasstortingen op zijn bankrekening afkomstig waren van geleend geld van een vriend.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat appellant niet alle gevraagde bankafschriften heeft overgelegd en dat hij niet voldoende duidelijkheid heeft verschaft over de herkomst van de kasstortingen. De Raad concludeert dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. Het hoger beroep van appellant wordt dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.