ECLI:NL:CRVB:2014:3677
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.C.R. Schut
- E.R. Flore
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens te late indiening beroepschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 november 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en begint op de dag na de bekendmaking van de aangevallen uitspraak. In dit geval was de aangevallen uitspraak op 15 mei 2014 aan appellant toegezonden, maar het beroepschrift werd pas op 23 juli 2014 ontvangen, wat buiten de termijn viel.
De Raad overwoog dat, hoewel appellant stelde niet eerder op de hoogte te zijn geweest van de uitspraak, de gedingstukken aantonen dat de uitspraak op de juiste wijze was bekendgemaakt. De brief van 15 mei 2014 was onbestelbaar geretourneerd, maar de rechtbank had de uitspraak op 12 juni 2014 opnieuw verzonden, wat geen invloed had op de termijn voor het instellen van hoger beroep. Appellant had ook verzocht om toezending van de uitspraak, maar dit had geen effect op de termijn. De Raad concludeerde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellant niet in verzuim was geweest.
Daarom verklaarde de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk, zonder verder onderzoek te doen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door E.C.R. Schut, in tegenwoordigheid van griffier E.R. Flore, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.