ECLI:NL:CRVB:2014:3634
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde bijstandaanvraag wegens geen relevante wijziging in omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant had een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend, nadat zijn eerdere aanvraag was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de appellant nog steeds betrokken was bij zijn (voormalige) bedrijf, wat hij ontkende. De rechtbank had de eerdere afwijzing van het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer bevestigd, omdat uit een huisbezoek was gebleken dat de appellant nog steeds activiteiten verrichtte die verband hielden met zijn bedrijf. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet had aangetoond dat er sinds de eerdere afwijzing relevante wijzigingen in zijn omstandigheden waren opgetreden. De Raad oordeelde dat de verklaring van de appellant over de bedrijfsvoering niet geloofwaardig was, vooral omdat deze niet eerder was aangevoerd. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de aanwezigheid van de advocaat bij het huisbezoek niet van essentieel belang was voor de beoordeling van de aanvraag. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.