ECLI:NL:CRVB:2014:3608
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de herberekening van de eigen bijdrage in het kader van de AWBZ
Op 5 november 2014 deed de Centrale Raad van Beroep uitspraak in een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Dordrecht. De zaak betreft de erven van een betrokkene die in een zorginstelling verbleef en de eigen bijdrage die door CZ was vastgesteld voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 1 januari 2005. De Raad oordeelde dat CZ de eigen bijdrage opnieuw moest berekenen op basis van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder e van het Bijdragebesluit zorg (Bbz). De Raad stelde vast dat CZ ten tijde van de besluitvorming niet had kunnen concluderen dat het verblijf van de betrokkene in de instelling niet beëindigd kon worden en dat terugkeer naar de maatschappij niet mogelijk was. Dit oordeel werd ondersteund door eerdere besluiten van het CIZ, waaruit bleek dat de betrokkene sinds 1 januari 2005 weer zelfstandig woonde. De Raad droeg CZ op om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. De uitspraak is gedaan in het openbaar en de Raad heeft de procedure voortgezet na het overlijden van de betrokkene, waarbij de erven de procedure hebben voortgezet. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor zorgverzekeraars om zorgvuldig om te gaan met de vaststelling van eigen bijdragen, vooral in situaties waarin de zorgbehoefte van de verzekerde verandert.