Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van de wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De appellant, die als schoonmaker werkzaam was, had zich ziek gemeld vanwege psychische klachten en verzocht om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De verzekeringsarts had op basis van een expertise door psychiater R.L. Leta geconcludeerd dat er onvoldoende reden was om aan te nemen dat appellant ernstige psychiatrische problematiek had. De verzekeringsarts stelde beperkingen vast in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en concludeerde dat appellant met deze beperkingen geschikt was voor het verrichten van werkzaamheden. Het Uwv weigerde de WIA-uitkering, wat door appellant werd bestreden.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarbij werd overwogen dat er onvoldoende medische gegevens waren om de conclusies van de verzekeringsarts te weerleggen. In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat zijn beperkingen niet juist waren vastgesteld en dat er verdergaande beperkingen hadden moeten worden aangenomen. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank en voegde daaraan toe dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de informatie van psychiater Leta had meegenomen in haar beoordeling. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat het onderzoek onvolledig of onzorgvuldig was geweest.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak en wees het verzoek om schadevergoeding af. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.