Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat het Uwv het door appellante in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 156,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 oktober 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 15 mei 2012. De zaak betreft een niet-ontvankelijkverklaring van het hoger beroep wegens het ontbreken van procesbelang. Appellante had eerder bezwaar gemaakt tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), maar na een tussenuitspraak van de Raad op 9 mei 2014, heeft het Uwv op 18 juli 2014 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen. Appellante heeft aangegeven zich met deze nieuwe beslissing te kunnen verenigen en heeft verzocht om vergoeding van de kosten voor rechtsbijstand.
De Raad heeft vastgesteld dat er tussen partijen geen inhoudelijk geschil meer bestaat, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Tevens is overwogen dat er geen kosten zijn die voor vergoeding in aanmerking komen, aangezien appellante in persoon heeft geprocedeerd en er geen andere kosten zijn aangetoond die onder de relevante wetgeving vallen.
De uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen, en is openbaar uitgesproken. De Centrale Raad van Beroep heeft bepaald dat het Uwv het door appellante betaalde griffierecht van € 156,- dient te vergoeden.