ECLI:NL:CRVB:2014:3266
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- A. Beuker-Tilstra
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens ernstig plichtsverzuim bij de politie door niet verantwoorden van verlof en onterecht declareren van reiskosten
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant, die werkzaam was bij de politie als hoofdmedewerker basispolitiezorg. Appellant is ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim, omdat hij meerdere keren en over een langere periode verlof niet heeft verantwoord in de Basisvoorziening Capaciteitsmanagement (BVCM) en onterecht reiskosten heeft gedeclareerd. De korpschef van politie heeft appellant op 8 juli 2011 de disciplinaire straf van ontslag opgelegd, wat door de rechtbank Rotterdam in een eerdere uitspraak is bevestigd. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de hem verweten gedragingen hem slechts verminderd kunnen worden aangerekend en dat de opgelegde straf onevenredig zwaar is.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 2 oktober 2014 behandeld. Tijdens de zitting is appellant verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de korpschef zich liet vertegenwoordigen door twee gemachtigden. De Raad heeft vastgesteld dat appellant zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1.3 vermelde gedragingen en dat deze niet kunnen worden gerechtvaardigd door zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder psychische klachten. De Raad concludeert dat appellant zijn werkgever financieel heeft benadeeld door het niet verantwoorden van verlof en het indienen van onjuiste declaraties, wat leidt tot ernstig plichtsverzuim.
De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De opgelegde straf van ontslag wordt als passend en proportioneel beschouwd, gezien de ernst van het plichtsverzuim. De Raad ziet geen aanleiding voor vergoeding van proceskosten.