ECLI:NL:CRVB:2014:3255
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bezwaartermijn niet verschoonbaar verklaard in hoger beroep inzake bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft appellanten die bijstand ontvingen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Heerlen had het bezwaar van appellanten niet-ontvankelijk verklaard wegens een niet verschoonbare overschrijding van de bezwaartermijn. Appellanten, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. J.F.E. Kikken, stelden dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was vanwege grote financiële nadelen en dat hen geen verwijt kon worden gemaakt.
De Raad heeft vastgesteld dat het primaire besluit, waarbij het college de gemaakte kosten van bijstand terugvorderde, op de juiste wijze was bekendgemaakt. De appellanten hadden niet tijdig aangegeven dat de correspondentie naar een ander adres moest worden verzonden. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de overschrijding van de bezwaartermijn niet verschoonbaar was, en de Centrale Raad van Beroep heeft dit oordeel onderschreven. De Raad vond geen aanknopingspunten in de argumenten van appellanten om tot een ander oordeel te komen.
De uitspraak bevestigt dat de procedurele regels rondom bezwaartermijnen strikt moeten worden nageleefd en dat de verantwoordelijkheid voor tijdige indiening van bezwaren bij de appellanten ligt. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.