ECLI:NL:CRVB:2014:3246
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand wegens niet tijdig indienen van gevraagde gegevens
Op 9 oktober 2012 diende appellante een aanvraag om bijstand in op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Dienst Werk en Inkomen van de gemeente Amsterdam (DWI) verzocht appellante om bepaalde gegevens ter beoordeling van haar aanvraag. Bij een herstelbrief van 6 november 2012 werd appellante opnieuw in de gelegenheid gesteld om de gevraagde gegevens voor 20 november 2012 in te leveren. Appellante heeft echter niet gereageerd op deze brief.
Op 23 november 2012 besloot het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat appellante de gevraagde gegevens niet had ingeleverd. Dit besluit werd in een later bezwaar door het college bevestigd. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond.
In hoger beroep betwistte appellante de tijdige ontvangst van de herstelbrief, die volgens haar bij haar buren was bezorgd. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het bestuursorgaan aannemelijk moet maken dat de brief is verzonden naar het juiste adres. Aangezien het college dit had gedaan, lag het op de weg van appellante om aan te tonen dat zij de brief niet tijdig had ontvangen. Appellante slaagde hier niet in, omdat zij geen concrete feiten had aangedragen die de tijdige ontvangst van de herstelbrief konden betwijfelen.
De Raad concludeerde dat appellante niet binnen de gestelde termijn de gevraagde gegevens had ingeleverd en dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen. Het hoger beroep van appellante werd dan ook afgewezen en de eerdere uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.