Uitspraak
19 december 2012, 12/7753 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 18 september 2014, met zaaknummer 13/620 MAW-T, wordt de herhaalde aanvraag van appellant om tegemoetkoming in voedingskosten besproken. Appellant, die sinds 1 juni 2007 bij het Nederlands Administratief Korps Supreme Headquarters Allied Powers Europe (NAK SHAPE) in België was geplaatst, had op 20 mei 2011 verzocht om een tegemoetkoming in niet-gedeclareerde voedingskosten over de periode van 1 juni 2007 tot 1 maart 2011. Dit verzoek werd door de Minister van Defensie afgewezen, wat leidde tot een bezwaar dat ongegrond werd verklaard. De rechtbank 's-Gravenhage had het beroep tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard, waarbij werd gesteld dat het verzoek van appellant moest worden gezien als een verzoek om terug te komen van eerder genomen besluiten.
De Raad voor de Rechtspraak oordeelt echter dat de rechtbank en de minister ten onrechte hebben aangenomen dat het verzoek van appellant een herhaalde aanvraag was in de zin van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad stelt vast dat het verzoek van appellant een nieuwe, zelfstandige aanvraag betreft, gericht op een ander rechtsgevolg dan de eerdere aanvragen. De Raad wijst erop dat de eerdere aanvragen enkel betrekking hadden op doordeweekse dagen en dat de zondagen niet impliciet in die aanvragen waren opgenomen.
De Raad concludeert dat het bestreden besluit onbevoegd is genomen, omdat het niet door of namens de commandant is genomen. De Raad draagt de commandant op om het gebrek in het besluit van 3 juli 2012 binnen zes weken te herstellen, met inachtneming van de overwegingen van de Raad. Deze uitspraak benadrukt het belang van een correcte procedurele afhandeling van aanvragen binnen het bestuursrecht, vooral in situaties waarin eerdere besluiten al onherroepelijk zijn geworden.