ECLI:NL:CRVB:2014:2833
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Weigering bijzondere bijstand voor medische hulpmiddelen en vervoerskosten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 augustus 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) voor diverse kosten, waaronder de aanschaf van een biostick, sokaantrekker en potopener, alsook vervoerskosten naar medische behandelingen. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen ongegrond verklaard.
De Raad oordeelde dat de biostick, sokaantrekker en potopener algemeen gebruikelijke en zonder medisch recept verkrijgbare zaken zijn, en dat de appellant niet had aangetoond dat deze kosten niet uit het inkomen op bijstandsniveau konden worden voldaan. Ook de vervoerskosten naar artsen werden niet als bijzondere kosten erkend, aangezien de appellant niet had aangetoond dat deze kosten niet als noodzakelijke bestaanskosten konden worden gedekt.
Daarnaast werd de aanvraag om bijzondere bijstand voor de aflossing van een schuld aan de boedel, ontstaan door een nabetaalde uitkering, afgewezen. De Raad stelde vast dat volgens de WWB geen bijzondere bijstand kan worden verleend voor de aflossing van schulden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde.
De uitspraak werd gedaan door R.H.M. Roelofs, met M.R. Schuurman als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.