ECLI:NL:CRVB:2014:2818

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
13 augustus 2014
Publicatiedatum
22 augustus 2014
Zaaknummer
13-5408 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht

Op 13 augustus 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/5408 ANW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De appellante, woonachtig in Marokko, had problemen ondervonden met de betaling van het griffierecht, maar stelde dat zij dit binnen de gestelde termijn had voldaan. Ze verzocht om een nieuwe acceptgirokaart om het griffierecht opnieuw te kunnen betalen.

De Centrale Raad van Beroep heeft in haar overwegingen vastgesteld dat appellante in het verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat zij niet in verzuim was. De Raad oordeelde dat de stelling van appellante dat zij het griffierecht tijdig had betaald, niet met bewijsstukken was onderbouwd. Het wettelijke stelsel biedt geen ruimte voor het verlenen van een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht, wat betekent dat de eerdere beslissing om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, gehandhaafd blijft.

De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier. Er was niemand ter zitting verschenen. De Raad heeft geen aanleiding gezien om appellante te veroordelen in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd openbaar gedaan en is vastgelegd in een proces-verbaal.

Uitspraak

Datum uitspraak: 13 augustus 2014
13/5408 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 augustus 2013, 12/6284 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 26 maart 2014 heeft de Raad het hoger beroep van appellante tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
In het verzetschrift heeft appellante aangegeven dat zij problemen heeft ondervonden met de betaling van het griffierecht maar dat zij het griffierecht binnen de gestelde termijn heeft betaald. Appellante heeft verklaard bereid te zijn het griffierecht opnieuw te voldoen en heeft verzocht om toezending van een nieuwe acceptgirokaart.
De Raad is van oordeel dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat zij niet in verzuim is geweest. Appellante heeft haar stelling dat zij het griffierecht binnen de gestelde termijn heeft betaald niet met stukken onderbouwd. Het wettelijke stelsel biedt geen ruimte om appellante een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht te gunnen.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons

QH

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale) déclare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en de présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 13 août 2014.