ECLI:NL:CRVB:2014:2806
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om toekenningen op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo)
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 augustus 2014 uitspraak gedaan in het geding tussen een appellant en de Pensioen- en Uitkeringsraad. De appellant, geboren in 1939 in het voormalige Nederlands-Indië, had in juli 2002 en opnieuw in april 2012 verzocht om toekenningen op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De eerste aanvraag werd in 2003 afgewezen omdat niet was komen vast te staan dat de appellant was getroffen door oorlogsgeweld. De Raad oordeelde dat de evacuaties naar de kathedraal in Padang niet onder levensbedreigende omstandigheden hadden plaatsgevonden en dat het verblijf in de kathedraal niet onder de werking van de Wubo viel. De afwijzing werd na bezwaar in 2003 gehandhaafd.
In 2012 diende de appellant opnieuw een verzoek in, maar dit werd ook afgewezen. De Raad oordeelde dat de appellant geen relevante nieuwe feiten of gegevens had aangedragen die aanleiding gaven om de eerdere afwijzing te herzien. De Raad benadrukte dat de beoordeling van de aanvragen met terughoudendheid moet plaatsvinden, en dat er geen nieuwe feiten waren die de eerdere besluiten in een nieuw licht plaatsten. De nieuwe verklaring van een neef van de appellant werd niet als voldoende bewijs gezien om de eerdere afwijzing te herzien.
De Raad concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door A. Beuker-Tilstra, in tegenwoordigheid van griffier E. Heemsbergen, en werd openbaar uitgesproken op 21 augustus 2014.