ECLI:NL:CRVB:2014:2804
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens incompatibiliteit en voorlopige voorziening voor WW-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 augustus 2014 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een gewezen ambtenaar van de gemeente Amsterdam. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam om hem vanaf 1 april 2014 een voorschot op de Werkloosheidswet (WW) of Ziektewet (ZW) uitkering te verstrekken. De voorzieningenrechter oordeelde dat de weigering van het college om een voorschot te betalen, niet aanvaardbaar was, gezien de omstandigheden van de verzoeker die sinds 24 maart 2014 ziek was en geen inkomsten ontving. De voorzieningenrechter benadrukte dat het college verantwoordelijk is voor het verstrekken van de WW-uitkering en dat de verzoeker recht heeft op maandelijkse voorschotten tot de uitspraak van de Raad over het ontslagbesluit. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de verzoeker toegewezen en bepaald dat het college de uitkering over het tijdvak van 1 april 2014 tot 1 augustus 2014 uiterlijk 14 dagen na de verzending van de uitspraak aan verzoeker moet betalen. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker tot een bedrag van € 487,-. De uitspraak is gedaan door N.J. van Vulpen-Grootjans, in tegenwoordigheid van T.A. Meijering als griffier.