ECLI:NL:CRVB:2014:277
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag nabestaandenuitkering en halfwezenuitkering wegens niet-verzekerd zijn echtgenoot voor de Anw
In deze zaak heeft appellante, woonachtig in Brazilië, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die haar aanvraag voor een nabestaandenuitkering en halfwezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) had afgewezen. De aanvraag was gedaan naar aanleiding van het overlijden van haar echtgenoot op 12 juni 2005. De Centrale Raad van Beroep heeft op 31 januari 2014 uitspraak gedaan in deze zaak.
De aanvraag van appellante werd afgewezen omdat de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de Anw. De rechtbank had geoordeeld dat de echtgenoot niet als ingezetene van Nederland kon worden beschouwd, aangezien hij op het moment van overlijden in Curaçao woonde en niet in Nederland werkzaam was. Appellante had in haar hoger beroep aangevoerd dat de uitkeringen ten onrechte waren geweigerd, omdat de familie van haar echtgenoot altijd aan de Nederlandse samenleving had bijgedragen en dat zij zelf in een moeilijke financiële situatie verkeerde.
De Raad heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat de echtgenoot op het moment van zijn overlijden in Nederland woonde of werkte. De enkele omstandigheid dat hij de Nederlandse nationaliteit had en grond in Nederland bezat, was niet voldoende om aan te nemen dat hij verzekerd was voor de Anw. De Raad heeft ook de persoonlijke omstandigheden van appellante in overweging genomen, maar concludeerde dat deze niet konden leiden tot een andere uitkomst, gezien de dwingendrechtelijke aard van de Anw-bepalingen.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.