ECLI:NL:CRVB:2014:268
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- C.C.W. Lange
- F.A.M. Stroink
- Rechtspraak.nl
Verzekering voor AOW van in Turkije wonende echtgenote van vrijwillig verzekerde echtgenoot
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de AOW-verzekering van een in Turkije woonachtige vrouw, appellante, die rechten claimde op basis van de vrijwillige verzekering van haar overleden echtgenoot. De rechtbank had eerder geoordeeld dat appellante geen rechten kon ontlenen aan de vrijwillige verzekering van haar echtgenoot, die van 1 januari 2000 tot 14 mei 2007 vrijwillig verzekerd was voor de AOW. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat appellante op grond van artikel 24 van het Verdrag tussen Nederland en Turkije inzake sociale zekerheid geen rechten kon ontlenen aan de periode waarin haar echtgenoot vrijwillig verzekerd was. De Raad concludeerde dat appellante, gezien de premies die haar echtgenoot had betaald, ook verzekerd was voor de AOW gedurende de genoemde periode. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en herroept het besluit van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) voor zover appellante hierin niet verzekerd was geacht voor de AOW van 1 januari 2000 tot en met 14 mei 2007. Tevens werd de Svb veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 487,-. De uitspraak benadrukt de interpretatie van het begrip 'verzekerde' in het kader van het Verdrag en de rechten van in het buitenland wonende echtgenoten van vrijwillig verzekerden.