ECLI:NL:CRVB:2014:2429
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank Amsterdam
Op 26 juni 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/6578 ANW-V. Deze uitspraak betreft een mondelinge uitspraak in het kader van een verzet tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam, die op 20 september 2013 had geoordeeld dat het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk was. De Centrale Raad van Beroep heeft in deze procedure vastgesteld dat appellante, die in Marokko woont, geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen rechtvaardigen dat zij niet in verzuim is geweest met het indienen van haar hogerberoepschrift. Appellante had in verzet geen bewijsstukken overgelegd die aantonen dat zij om medische redenen niet in staat was om tijdig te reageren op de uitspraak van de rechtbank. De Raad heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, waarbij T.G.M. Simons als voorzitter fungeerde en D.W.M. Kaldenhoven als griffier optrad. De uitspraak is openbaar gemaakt op 21 juli 2014.