ECLI:NL:CRVB:2014:2424
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- J.Th. Wolleswinkel
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Onvoorwaardelijk ontslag wegens zeer ernstig plichtsverzuim en mishandeling van een minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarbij appellant onvoorwaardelijk ontslag is verleend wegens zeer ernstig plichtsverzuim. De aanleiding voor het ontslag was de mishandeling van een minderjarige op 22 april 2006. Appellant stelde dat hij op het moment van de mishandeling niet als ambtenaar was aangesteld, aangezien zijn ontslag in 2006 nog niet was herroepen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mishandeling niet kan worden gekwalificeerd als plichtsverzuim, omdat appellant op dat moment geen ambtenaar was. De Raad stelt vast dat de ambtenaarrechtelijke verhouding tussen appellant en het college vanaf 13 maart 2006 als beëindigd moet worden aangemerkt, ook al was het ontslagbesluit nog niet definitief. De Raad concludeert dat het college niet bevoegd was om appellant disciplinair te straffen voor de mishandeling, omdat deze plaatsvond in een periode waarin hij geen ambtenaar was. Het hoger beroep van appellant slaagt, en de Raad vernietigt de eerdere uitspraak en het bestreden besluit. Tevens wordt het college veroordeeld in de kosten van appellant, die in totaal € 2.922,- bedragen.