ECLI:NL:CRVB:2014:2298
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond in sociale zekerheidszaak betreffende termijnoverschrijding bij indienen hoger beroep
In de zaak met nummer 13/5413 WAO-V heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juni 2014 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere beslissing. De appellant, woonachtig in Marokko, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 23 augustus 2013. De Raad had eerder het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden niet binnen de gestelde termijn waren ingediend. De appellant stelde in verzet dat hij de brief van de Raad van 8 november 2013 niet had ontvangen en dat hij de gronden wel tijdig had ingediend.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter vastgesteld dat de brief van 8 november 2013 aan het juiste adres van de appellant was verzonden en dat deze niet retour was ontvangen. De appellant had de gronden van het hoger beroep pas op 9 december 2013 per aangetekende post verzonden, wat buiten de gestelde termijn viel die eindigde op 6 december 2013. De Raad oordeelde dat de appellant in verzet geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim was geweest.
De uitspraak concludeert dat het verzet ongegrond is verklaard en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De beslissing is genomen door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met T.G.M. Simons als voorzitter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De uitspraak is gepubliceerd op 8 juli 2014.