ECLI:NL:CRVB:2014:2175
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van weduwenpensioen en nabestaandenuitkering na niet-nakoming van mededelingsverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening en terugvordering van een weduwenpensioen en nabestaandenuitkering. Appellante, die in België woont, had een weduwenpensioen ontvangen op basis van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW) na het overlijden van haar echtgenoot in 1976. Dit pensioen werd later omgezet naar een uitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW). De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft echter besloten om de uitkering per 1 mei 1990 in te trekken, omdat appellante op 17 april 1990 was hertrouwd, zonder dit aan de Svb te melden. De Svb heeft ook een bedrag van € 154.918,62 aan ten onrechte betaalde uitkering teruggevorderd, wat betrekking heeft op de periode van juli 1996 tot juni 2009.
Appellante heeft in bezwaar en beroep aangevoerd dat zij niet op de hoogte was van haar mededelingsverplichting en dat haar omstandigheden, zoals analfabetisme en de zorg voor haar administratie door derden, niet in aanmerking zijn genomen. De rechtbank heeft het bezwaar ongegrond verklaard, en appellante heeft in hoger beroep haar gronden herhaald, met de toevoeging dat er na het huwelijk in 1990 geen gezamenlijke huishouding was en dat zij duurzaam gescheiden leefde.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat appellante haar mededelingsverplichting niet is nagekomen, en dat de Svb terecht de uitkering heeft ingetrokken. De Raad heeft vastgesteld dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien, en dat de omstandigheden van appellante niet leiden tot een vermindering van haar verwijtbaarheid. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.