ECLI:NL:CRVB:2014:2156
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- Rechtspraak.nl
Intrekking WAO-uitkering wegens minder dan 15% arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellante ontving een WAO-uitkering die laatstelijk was vastgesteld op 55 tot 65% arbeidsongeschiktheid. Echter, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) herzag deze uitkering per 19 mei 2010 naar 25 tot 35% en trok deze per 14 oktober 2010 in, omdat appellante op dat moment voor minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. De Raad oordeelde dat de medische beperkingen die door de (bezwaar)verzekeringsarts waren vastgesteld correct waren en dat appellante, ondanks haar beperkingen, geschikt was voor de geselecteerde functies. De rechtbank had eerder de medische en arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit onderschreven, en de Raad bevestigde dit oordeel. Appellante had in hoger beroep aanvullende beperkingen aangevoerd, maar de Raad oordeelde dat deze niet voldoende waren om de geschiktheid voor de functies in twijfel te trekken. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak, waarbij het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.