ECLI:NL:CRVB:2014:1972
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- J.F. Bandringa
- M.C.D. Embregts
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen intrekking bijstandsuitkering wegens overschrijding bezwaartermijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn bijstandsuitkering. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg had de bijstand van de appellant ingetrokken omdat hij duurzaam gescheiden leefde van zijn partner. De appellant had zijn bezwaar te laat ingediend, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaar. De Raad oordeelde dat er geen verschoonbare overschrijding van de bezwaartermijn was, omdat de appellant niet tijdig zijn adreswijziging had doorgegeven aan de gemeente. De Raad benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de appellant was om zijn woonsituatie te melden, vooral gezien de waarschuwingen die hij had ontvangen over de sluiting van zijn woning. De door de appellant aangevoerde omstandigheden werden niet als voldoende beschouwd om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van de appellant ongegrond. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.