ECLI:NL:CRVB:2014:1847
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige non-actiefstelling en herplaatsingskandidatuur van een ambtenaar
In deze zaak gaat het om de onrechtmatigheid van de non-actiefstelling van appellante en haar aanwijzing als herplaatsingskandidaat door de Raad van Bestuur van het Academisch Medisch Centrum (AMC). Appellante, die sinds 1977 in dienst was, werd op 28 maart 2011 op non-actief gesteld en als herplaatsingskandidaat aangewezen. Dit besluit volgde op kritiek van leidinggevenden over haar functioneren, waarbij werd gesteld dat zij niet voldeed aan de nieuwe functie-eisen. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarna zij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het AMC niet had voldaan aan de voorwaarden voor een ongeschiktheidsontslag. De Raad benadrukte dat ongeschiktheid moet worden aangetoond aan de hand van concrete gedragingen en dat appellante niet voldoende was aangesproken op haar functioneren. De Raad concludeerde dat de non-actiefstelling en de aanwijzing als herplaatsingskandidaat niet rechtsgeldig waren, omdat het AMC niet had aangetoond dat appellante niet over de vereiste kwaliteiten beschikte en haar niet de kans had gegeven om zich te verbeteren.
De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van het AMC, herstelde de situatie van appellante en veroordeelde het AMC tot het vergoeden van de kosten van appellante. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en het bieden van verbeterkansen aan ambtenaren voordat tot ontslag of non-actiefstelling wordt overgegaan.