ECLI:NL:CRVB:2014:173
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- K.J. Kraan
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- Rechtspraak.nl
Eervol ontslag en de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst in het bestuursrecht
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 23 januari 2014, staat de vraag centraal of er een geldige vaststellingsovereenkomst (VO) tot stand is gekomen tussen appellante en het college van gedeputeerde staten van Drenthe. Appellante, die sinds 1 januari 1999 in dienst was bij de provincie, had te maken met langdurige ziekte en conflicten op de werkvloer. In december 2009 werd een VO voorgesteld, maar appellante had twijfels over de inhoud en de gevolgen van deze overeenkomst. Ondanks haar zorgen en de voorwaarden die zij stelde, ondertekende zij de VO, maar met de opmerking dat zij akkoord ging mits er overeenstemming werd bereikt over de mededeling aan haar collega's.
Het college verleende appellante op 13 juli 2010 eervol ontslag, verwijzend naar de afspraken in de VO. Appellante ging hiertegen in beroep, wat leidde tot een uitspraak van de rechtbank die het beroep ongegrond verklaarde. In hoger beroep oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat het college niet volledig aan zijn verplichtingen had voldaan. De Raad concludeerde dat er geen wilsovereenstemming was bereikt over de beëindiging van het dienstverband, waardoor de VO niet rechtsgeldig was. Dit leidde tot de vernietiging van de eerdere uitspraak en het besluit van het college.
De Raad oordeelde dat het college appellante niet correct had geïnformeerd over haar rechtspositie en de gevolgen van de VO. Hierdoor was het ontslag niet rechtsgeldig en werd het besluit van 13 juli 2010 herroepen. De Raad veroordeelde het college tot vergoeding van de gemaakte kosten door appellante, die in totaal € 2.922,- bedroegen. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en overeenstemming bij het aangaan van een vaststellingsovereenkomst in het bestuursrecht.