ECLI:NL:CRVB:2014:1708
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting door appellante met betrekking tot inkomsten uit een webwinkel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de intrekking van bijstand aan appellante, die sinds 10 januari 1997 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De intrekking vond plaats omdat appellante onvoldoende inzicht had gegeven in haar financiële situatie, met name de inkomsten uit haar webwinkel. De gemeente Capelle aan den IJssel had een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand, waarbij bleek dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden door geen melding te maken van haar webwinkel en de bijbehorende bankrekening. De rechtbank had het beroep van appellante tegen de intrekking van de bijstand ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet in staat was om aan te tonen wat haar werkelijke inkomsten waren en dat zij inconsistent was in haar verklaringen over de omzet en kosten van haar webwinkel. De Raad oordeelde dat de schending van de inlichtingenverplichting een rechtsgrond vormt voor de intrekking van de bijstand, omdat hierdoor niet kon worden vastgesteld of appellante recht had op bijstand. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde. De Raad concludeerde dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken en dat appellante geen zelfstandige gronden had aangevoerd tegen de andere besluiten van het college, zoals de opschorting en de terugvordering van bijstand.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en het voldoen aan de inlichtingenverplichting voor bijstandsontvangers. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.