ECLI:NL:CRVB:2014:1587
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Beuker-Tilstra
- B. Rikhof
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding voor auto op basis van Wuv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 mei 2014 uitspraak gedaan in het geding tussen appellant, geboren in 1938 en erkend als vervolgde in de zin van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv), en de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 29 april 2013, waarin zijn verzoek om een vergoeding voor de aanschaf van een auto werd afgewezen. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit voldoende deugdelijk was voorbereid en gemotiveerd. Uit de medische gegevens bleek dat appellant in staat werd geacht om met de taxi te reizen, en dat er geen medische noodzaak was voor de aanschaf van een auto. Appellant had eerder ook al twee keer een vergelijkbaar verzoek ingediend, dat eveneens was afgewezen omdat niet was aangetoond dat hij niet met het openbaar vervoer kon reizen. De Raad concludeerde dat de omstandigheden van appellant, waaronder zijn zorg voor zijn gehandicapte zoon, niet relevant waren voor de beoordeling van zijn verzoek. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.