ECLI:NL:CRVB:2014:1484
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep door termijnoverschrijding bij betaling griffierecht
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 mei 2014 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/6444 AOW. De procedure betreft een hoger beroep dat niet-ontvankelijk is verklaard vanwege een niet verschoonbare termijnoverschrijding bij de betaling van het griffierecht. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verschuldigd griffierecht van € 118,- tijdig te betalen. Appellante is bij brief van 10 december 2013 op de hoogte gesteld van deze verplichting en kreeg de gelegenheid om het griffierecht binnen 28 dagen te voldoen. Een tweede herinnering volgde op 13 januari 2014, waarin appellante wederom werd gewezen op de noodzaak van tijdige betaling. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn betaald. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, met T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzending van het afschrift verzet aantekenen.