ECLI:NL:CRVB:2014:1456
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in hoger beroep na gewijzigde beslissing op bezwaar door het Uwv
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. M.M.G. de Wit, hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) na een gewijzigde beslissing op bezwaar. De gewijzigde beslissing op bezwaar werd op 29 januari 2014 genomen, waarbij het Uwv volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Op 4 maart 2014 heeft mr. De Wit namens appellante het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling van het Uwv.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in overweging genomen, met name artikel 8:75a, dat bepaalt dat indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener in de kosten kan worden veroordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv inderdaad volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen, wat de intrekking van het hoger beroep rechtvaardigde.
De Raad heeft vervolgens de proceskosten van appellante begroot op € 974,- voor verleende rechtsbijstand in beroep en € 487,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep, met daarnaast een vergoeding van reiskosten tot een bedrag van € 25,80. De totale kosten die het Uwv aan appellante moet vergoeden, bedragen € 1.486,80. Deze uitspraak is gedaan door D.J. van der Vos, met K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 30 april 2014.