ECLI:NL:CRVB:2014:1407

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
25 april 2014
Publicatiedatum
25 april 2014
Zaaknummer
13-5612 WWB-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht

Op 25 april 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/5612 WWB-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing van de Raad, waarin het hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Assen niet-ontvankelijk was verklaard. De aanleiding voor het verzet was dat het griffierecht niet tijdig was betaald, wat leidde tot de conclusie dat appellant in verzuim was. Echter, in het verzetschrift heeft de gemachtigde van appellant, mr. A. Sibma, zich beroepen op artikel 6:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat de Raad deed besluiten dat appellant niet in verzuim was. Het griffierecht was inmiddels voldaan, wat de basis vormde voor het gegrond verklaren van het verzet.

De uitspraak van de Raad van 4 maart 2014, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard, vervalt nu. De Raad heeft besloten het onderzoek voort te zetten in de stand waarin het zich bevond, zonder veroordeling in de proceskosten van het verzet. De beslissing is openbaar uitgesproken door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven. Deze uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten en de mogelijkheden voor appellanten om verzet aan te tekenen wanneer zij menen dat zij niet in verzuim zijn geweest.

Uitspraak

Datum uitspraak: 25 april 2014
13/5612 WWB-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 september 2013, 13/249 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
het college van burgemeester en wethouders van Assen (appellant)
en
de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 4 maart 2014 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Namens appellant heeft mr. A. Sibma, die zich als gemachtigde had gesteld bij de brief van
21 november 2013 waarbij de gronden van het hoger beroep werden aangevoerd, verzet gedaan.

OVERWEGINGEN

De uitspraak van de Raad van 4 maart 2014 berust op de overwegingen dat het voor het instellen van het hoger beroep verschuldigde griffierecht niet binnen de bij brief van
2 december 2013 gestelde termijn is betaald, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
In het verzetschrift heeft mr. Sibma zich terecht beroepen op artikel 6:17 van de Awb. Appellant is daarom niet in verzuim geweest.
Het griffierecht is inmiddels betaald.
Het verzet is gegrond.
Dit betekent dat de uitspraak van de Raad van 4 maart 2014 vervalt en dat het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is in dit geval geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van
D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
25 april 2014.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven

QH