ECLI:NL:CRVB:2014:1356
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Zwolle-Lelystad. Appellante, die als verkoopster in een kinderkledingzaak werkte, was op 14 juli 2011 uitgevallen wegens psychische klachten. Na een periode van ziekte ontving zij een Ziektewet-uitkering, maar op 11 januari 2012 concludeerde de verzekeringsarts dat zij weer geschikt was voor haar eigen werk. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) besloot daarop dat appellante geen recht meer had op de ZW-uitkering. Appellante maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv handhaafde zijn beslissing na een rapport van een bezwaarverzekeringsarts.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarbij werd geoordeeld dat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig was uitgevoerd en dat de conclusies goed onderbouwd waren. Appellante voerde in hoger beroep aan dat er geen verbetering in haar gezondheid was opgetreden en verwees naar emotionele gebeurtenissen in haar leven. De Raad oordeelde echter dat de verzekeringsartsen zorgvuldig onderzoek hadden gedaan en dat het subjectieve oordeel van appellante over haar ongeschiktheid niet voldoende was om haar standpunt te onderbouwen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat appellante per 11 januari 2012 weer in staat was om haar arbeid te verrichten. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.