ECLI:NL:CRVB:2014:124
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens gezamenlijke huishouding en hoofdverblijf
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De appellante ontving sinds 6 september 1994 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) als alleenstaande ouder. Naar aanleiding van een melding van de gemeente Veenendaal over de situatie van haar ex-echtgenoot, die een briefadres had en voornamelijk in Zeist pintransacties deed, heeft de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening aan appellante. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante een gezamenlijke huishouding voerde met haar ex-echtgenoot, wat resulteerde in de intrekking van haar bijstand per 16 november 2011.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het besluit van het bestuur ongegrond verklaard. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat haar ex-echtgenoot niet zijn hoofdverblijf in haar woning had en dat het bestuur onvoldoende onderzoek had gedaan. De Raad heeft vastgesteld dat de intrekking van de bijstand niet beperkt was tot een bepaalde periode en dat de beoordeling zich uitstrekte van de datum van intrekking tot de datum van het primaire besluit. De Raad heeft de relevante bepalingen van de WWB in overweging genomen en geconcludeerd dat er voldoende bewijs was voor de gezamenlijke huishouding, onderbouwd door waarnemingen en verklaringen tijdens een huisbezoek.
De Raad heeft geoordeeld dat het bestuur niet verplicht was om aanvullend onderzoek te verrichten, gezien de sterke aanwijzingen dat de ex-echtgenoot gedurende de beoordelingsperiode zijn hoofdverblijf in de woning van appellante had. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Partijen kunnen binnen zes weken na verzending van de uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.