ECLI:NL:CRVB:2014:1227
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand en inlichtingenverplichting bij dakloosheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam. De appellant, het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, had de aanvraag van betrokkene voor bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) afgewezen. Betrokkene, die de Spaanse nationaliteit heeft en in 2011 naar Nederland was gekomen, had zich op 18 september 2012 gemeld voor bijstand, maar gaf tijdens het intakegesprek onvoldoende concrete informatie over zijn verblijfplaats. Hij verklaarde dat hij 'op het Damrak' verbleef, maar kon niet specificeren waar hij zich op andere momenten bevond. Dit leidde tot de conclusie dat hij de op hem rustende inlichtingenverplichting had geschonden.
De voorzieningenrechter had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de appellant vernietigd, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde anders. De Raad stelde vast dat controleerbare gegevens over de feitelijke woon- en verblijfplaats essentieel zijn voor het vaststellen van het recht op bijstand. De Raad volgde de appellant in zijn standpunt dat de informatie die betrokkene had verstrekt onvoldoende concreet was om zijn verblijfplaats te kunnen controleren. De Raad oordeelde dat betrokkene meer duidelijkheid had moeten geven over zijn verblijfplaatsen in Amsterdam.
Uiteindelijk vernietigde de Centrale Raad de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond. De besluiten van 19 december 2012 en 17 januari 2013, die waren genomen ter uitvoering van de vernietigde uitspraak, werden ook vernietigd. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.