ECLI:NL:CRVB:2014:1212
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toegang tot vrijwillige verzekering AOW voor in Suriname gewoond hebbende appellante
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of appellante, geboren in Suriname, recht heeft op AOW-verzekering voor de periode dat zij in Suriname woonde. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had vastgesteld dat appellante niet voor de AOW verzekerd was van [geboortedag] 1977 tot en met 15 oktober 1987. Appellante had zich niet binnen de gestelde termijn aangemeld voor de inkoop van de vrijwillige verzekering AOW, wat de Svb als reden aanvoerde om haar aanvraag te weigeren. De rechtbank Rotterdam had eerder de beroepen van appellante tegen de besluiten van de Svb ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat appellante niet als verzekerde kan worden aangemerkt voor de genoemde periode, aangezien deze viel na de onafhankelijkheid van Suriname in 1975. De Raad oordeelde dat de Svb geen verplichting had om appellante te informeren over de mogelijkheid van vrijwillige verzekering en dat er geen verschoonbare redenen waren voor de overschrijding van de aanmeldtermijn. De Raad benadrukte dat het niet aan de rechter is om maatschappelijke problemen op te lossen die voortvloeien uit de AOW-systematiek.
De uitspraak bevestigt dat de Svb terecht heeft gehandeld door appellante niet toe te laten tot de vrijwillige verzekering AOW, en dat de eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam in stand blijven. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.