ECLI:NL:CRVB:2014:1044
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding
Op 28 maart 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/4318 WWB-V. Deze uitspraak betreft het verzet van een appellant tegen een eerdere beslissing van de Raad, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De aanleiding voor het verzet was dat de appellant, die als enige contact onderhoudt met instanties voor zijn gezin van elf personen, het hogerberoepschrift niet tijdig had ingediend. De Raad had eerder vastgesteld dat het hogerberoepschrift, dat gedateerd was op 30 juli 2013, pas op 12 augustus 2013 was ontvangen, wat leidde tot de conclusie dat de termijn voor indiening was overschreden.
Tijdens de zitting op 24 februari 2014 heeft de appellant verklaard dat het hogerberoepschrift op de laatste dag van de termijn gereed was, maar dat het tussen schoolspullen van zijn kinderen was geraakt. Hij verzocht om toepassing van de hardheidsclausule, maar de Raad oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De Raad benadrukte dat het verzuim aan de appellant kon worden verweten, aangezien hij op de laatste dag van de termijn had moeten zorgen voor tijdige verzending van het hogerberoepschrift.
De Centrale Raad van Beroep heeft uiteindelijk het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en is openbaar uitgesproken op 28 maart 2014.