ECLI:NL:CRVB:2013:CA1554

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
12-2885 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 mei 2013 uitspraak gedaan in het verzet van appellante A. te B. tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar hoger beroep. De uitspraak van de Raad van 28 september 2012 had het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante had verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij zij stelde dat het griffierecht inmiddels was voldaan. De Raad heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden van het geval en heeft appellante de gelegenheid geboden om het griffierecht alsnog te voldoen. Dit is tijdig gebeurd, waardoor de Raad heeft geoordeeld dat het verzet gegrond is. De eerdere uitspraak van 28 september 2012 vervalt, en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

12/2885 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 maart 2012, 10/5928 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.] (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Datum uitspraak 29 mei 2013.
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 28 september 2012 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 28 september 2012 heeft appellante verzet gedaan.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 28 september 2012 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 2 juli 2012 gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
Gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval heeft de Raad appellante in de gelegenheid gesteld het verschuldigde griffierecht alsnog te voldoen, waarna het tijdig is betaald.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van
28 september 2012 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Van kosten waarop een veroordeling in de proceskosten van het verzet betrekking kan hebben, is niet gebleken.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 mei 2013.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
TM