ECLI:NL:CRVB:2013:CA0519
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- E.J. Govaers
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over herziening WAO-uitkering en arbeidsongeschiktheid
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de herziening van de WAO-uitkering van appellante besproken. Appellante was het niet eens met de beslissing van het Uwv, dat haar arbeidsongeschiktheid per 24 maart 2010 was vastgesteld op 35 tot 45%, en dat haar uitkering dienovereenkomstig werd verlaagd. In bezwaar werd deze beslissing herzien, en de arbeidsongeschiktheid werd vastgesteld op 55 tot 65%. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond, waarop appellante in hoger beroep ging.
De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt voldoende zorgvuldig is geweest en dat de medische grondslag deugdelijk is. Appellante heeft echter geen nieuwe medische gegevens overgelegd die de juistheid van het oordeel van de rechtbank in twijfel trekken. De Raad concludeert dat de bezwaararbeidsdeskundige de functies telefonist en verkoper niet adequaat heeft beoordeeld. De Raad stelt vast dat er sprake is van een te ver gaande relativering van de belasting van deze functies, en dat de geselecteerde functies niet aan de schatting ten grondslag gelegd kunnen worden. Dit leidt tot de conclusie dat het bestreden besluit een onvoldoende arbeidskundige grondslag heeft.
De Raad draagt het Uwv op om binnen zes weken het gebrek in het besluit van 27 september 2010 te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. De uitspraak is openbaar gedaan op 17 mei 2013, en de betrokken partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.