ECLI:NL:CRVB:2013:BZ8833
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep inzake AOW-verzekering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 april 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 30 september 2010. De rechtbank had overwogen dat appellante niet verzekerd was voor de Algemene Ouderdomswet (AOW) in de periode van 26 oktober 1987 tot en met 17 februari 1997. Appellante heeft hoger beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zittingen. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.J. Oudenes en heeft een verweerschrift ingediend. Tijdens de procedure heeft de Svb in een nieuwe beslissing op bezwaar van 25 januari 2013 alsnog vastgesteld dat appellante in de betwiste periode verzekerd was. Hierdoor was er geen inhoudelijk geschil meer tussen partijen, en heeft de Raad geconcludeerd dat er geen procesbelang aanwezig was voor appellante om het hoger beroep voort te zetten.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is bepaald dat de Svb het griffierecht van in totaal € 152,- aan appellante dient te vergoeden. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van appellante, omdat de opgegeven verlet- en portikosten niet voor vergoeding in aanmerking komen volgens de geldende regelgeving. De uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van I.J. Penning als griffier, en is openbaar uitgesproken op 26 april 2013.