ECLI:NL:CRVB:2013:BZ6937
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de functie van beiaardier en de toepassing van het Sociaal Akkoord
In deze zaak gaat het om de opheffing van de functie van appellant, die sinds 2002 als beiaardier van het stadscarillon van Leeuwarden was aangesteld. De gemeenteraad had op 8 november 2010 besloten tot een bezuiniging van € 10.000,- op het carillon, wat leidde tot de opheffing van appellants functie per 2 december 2010. In het besluit werd tevens vermeld dat appellant vanaf die datum boventallig zou zijn en dat het Sociaal Akkoord 2009-2012 van toepassing was, waarin werd gesteld dat er bij reorganisaties binnen de gemeente geen gedwongen ontslagen zouden vallen en dat er naar een nieuwe functie zou worden gezocht.
Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen de opheffing van zijn functie, maar dit bezwaar werd door de rechtbank ongegrond verklaard. In hoger beroep herhaalde appellant zijn gronden en voerde aan dat er geen rechtsgrond was voor de boventalligverklaring, omdat de gemeentelijke rechtspositieregeling (CAR/UWO) dit begrip niet kende. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de opheffing van de functie het gevolg was van een objectief bezuinigingsbesluit van de gemeenteraad, en dat het college bevoegd was om appellant ontslag te verlenen. Echter, gezien het Sociaal Akkoord was het college verplicht om naar andere werkzaamheden voor appellant te zoeken.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 11 april 2013, waarbij K. Zeilemaker als rechter en S.K. Dekker als griffier aanwezig waren. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.