ECLI:NL:CRVB:2013:BZ5765
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing herzieningsverzoek door het Uwv
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht van 28 januari 2011. De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 maart 2013 uitspraak gedaan in de zaak met nummers 11/1617 ZW en 13/1194 ZW. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep tegen het besluit van 30 juni 2010 gegrond verklaard, terwijl het beroep tegen het besluit van 19 december 2012 ongegrond werd verklaard. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 944,-.
De zaak betreft een herzieningsverzoek van appellante, die zich niet kon verenigen met het nieuwe besluit van het Uwv van 19 december 2012. Dit besluit was genomen ter uitvoering van een tussenuitspraak van de Raad van 28 november 2012. Het Uwv had het herzieningsverzoek afgewezen op de grond dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren, zoals vereist door artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat een bestuursorgaan bevoegd is om een herhaalde aanvraag inhoudelijk te behandelen, maar dat dit niet leidt tot een toetsing als betrof het een oorspronkelijk besluit. De Raad heeft vastgesteld dat appellante geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die het Uwv hadden moeten aanzetten tot herziening van het oorspronkelijke besluit. De Raad heeft het standpunt van het Uwv bevestigd en de aangevallen uitspraak bekrachtigd.