ECLI:NL:CRVB:2013:BZ4846

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
12-5372 AWBZ-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens te late indiening

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 maart 2013 uitspraak gedaan in het verzet van appellante A. te B. tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar hoger beroep. Het hogerberoepschrift was niet tijdig ingediend, aangezien de laatste dag voor indiening 20 september 2012 was, terwijl het hogerberoepschrift gedateerd was op 26 september 2012 en pas op 2 oktober 2012 door de Raad was ontvangen. De Raad oordeelde dat appellante redelijkerwijs niet in verzuim was geweest, maar dat zij zelf verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van het hogerberoepschrift. De Raad merkte op dat de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, waartegen het hoger beroep was ingesteld, duidelijk vermeldde dat het beroep ongegrond was verklaard. Appellante had de mogelijkheid om zich te laten bijstaan door een (rechts)hulpverlener, vooral omdat zij aangaf dat de uitspraak voor haar moeilijk leesbaar was. De Raad concludeerde dat de gevolgen van het niet correct lezen van de uitspraak voor risico van appellante kwamen.

De uitspraak van de Raad van 21 november 2012, waartegen het verzet was ingesteld, werd bevestigd. De Raad verklaarde het verzet ongegrond en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 20 maart 2013.

Uitspraak

12/5372 AWBZ-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 9 augustus 2012, 11/2479 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.] (appellante)
Zorgkantoor Friesland (Zorgkantoor)
Datum uitspraak 20 maart 2013.
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 21 november 2012 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 21 november 2012 heeft appellante verzet gedaan.
Het verzet is behandeld ter zitting van 5 maart 2013. Appellante is verschenen. Het Zorgkantoor is niet verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 21 november 2012 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
Vaststaat dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend. De laatste dag waarop tijdig een hogerberoepschrift kon worden ingediend, was 20 september 2012. Het hogerberoepschrift is gedateerd 26 september 2012. De enveloppe waarin het ter post is bezorgd, draagt het poststempel 1 oktober 2012. Het is op 2 oktober 2012 bij de Raad ontvangen.
Appellante heeft ter zitting aangevoerd dat zij tijdens de behandeling ter zitting bij de rechtbank de indruk heeft gekregen dat de rechter in haar voordeel zou beslissen. Na ontvangst van de uitspraak was appellante, mede doordat de uitspraak voor haar moeilijk leesbaar was, in de veronderstelling dat zij de zaak gewonnen had. Pas nadat appellante een factuur van het Zorgkantoor had ontvangen, was het haar duidelijk dat de rechtbank niet in haar voordeel heeft beslist en heeft zij alsnog hoger beroep ingesteld.
De Raad stelt vast dat in de aangevallen uitspraak uitdrukkelijk staat vermeld dat het beroep ongegrond wordt verklaard. Het had op de weg van appellante gelegen zich te wenden tot een (rechts)hulpverlener als de uitspraak van de rechtbank in voor haar niet begrijpelijke taal was gesteld. De gevolgen van het niet correct lezen van de uitspraak komen voor risico van appellante.
Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard.
Gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval zal het betaalde griffierecht
(€ 115,-) door de griffier van de Raad aan appellante worden terugbetaald.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2013.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
GdJ