ECLI:NL:CRVB:2013:BZ3714

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
8 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
12/4899 WMO-V +12/4900 WWB-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen uitspraak van de Raad van 30 januari 2013 inzake sociale zekerheidswetgeving

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 maart 2013 uitspraak gedaan in het verzet tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 30 januari 2013. De zaak betreft een geschil over de toepassing van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de Wet werk en bijstand (WWB). De Raad oordeelde dat de eerdere uitspraak niet in overeenstemming was met artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter van de rechtbank Breda had terecht geoordeeld dat het beroep ook betrekking had op het primaire besluit van 20 juli 2012, dat in de eerdere uitspraak niet was meegenomen.

De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet gegrond, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 30 januari 2013 vervalt. Het onderzoek in de zaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond, zonder dat er een beslissing hoeft te worden genomen op het bezwaar van appellante tegen het besluit van 20 juli 2012. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten van het verzet te veroordelen.

De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als rechter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 8 maart 2013. De betrokken partijen zijn appellante, het college van burgemeester en wethouders van Breda, en de Commissie Sociale Zekerheid van Breda.

Uitspraak

12/4899 WMO-V, 12/4900 WWB-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda van 31 juli 2012, 12/3446 en 12/3447 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Breda (college) en de Commissie Sociale Zekerheid van Breda (commissie)
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 21 van de Beroepswet van 30 januari 2013 heeft de Raad - voor zover nu van belang - de aangevallen uitspraak vernietigd.
Tegen de uitspraak van de Raad van 30 januari 2013 heeft mr. T.W. Franssen, advocaat, namens het college en de commissie verzet gedaan.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 30 januari 2013 is niet in overeenstemming met artikel 6:20, derde lid, van de Awb. De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het beroep mede betrekking heeft op het alsnog genomen - primaire - besluit van 20 juli 2012.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 30 januari 2013 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor de goede orde wijst de Raad er nog op dat - dus - niet hoeft te worden beslist op het bezwaar(schrift) van appellante tegen het besluit van 20 juli 2012.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van
D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
8 maart 2013.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
NW