ECLI:NL:CRVB:2013:BZ3714
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak van de Raad van 30 januari 2013 inzake sociale zekerheidswetgeving
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 maart 2013 uitspraak gedaan in het verzet tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 30 januari 2013. De zaak betreft een geschil over de toepassing van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de Wet werk en bijstand (WWB). De Raad oordeelde dat de eerdere uitspraak niet in overeenstemming was met artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter van de rechtbank Breda had terecht geoordeeld dat het beroep ook betrekking had op het primaire besluit van 20 juli 2012, dat in de eerdere uitspraak niet was meegenomen.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet gegrond, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 30 januari 2013 vervalt. Het onderzoek in de zaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond, zonder dat er een beslissing hoeft te worden genomen op het bezwaar van appellante tegen het besluit van 20 juli 2012. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten van het verzet te veroordelen.
De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als rechter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 8 maart 2013. De betrokken partijen zijn appellante, het college van burgemeester en wethouders van Breda, en de Commissie Sociale Zekerheid van Breda.