ECLI:NL:CRVB:2013:BZ3216
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- P.W.J. Hospel
- Rechtspraak.nl
Toewijzing schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bezwaarprocedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het verzoek om schadevergoeding van de erven van een betrokkene, naar aanleiding van een overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarprocedure. De verzoekers hebben beroep ingesteld tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank, dat betrekking heeft op de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. De Raad heeft vastgesteld dat de bezwaarprocedure, die begon op 10 januari 2006, meer dan zes jaar heeft geduurd, wat een overschrijding van de redelijke termijn met zich meebracht. De Raad heeft geoordeeld dat de overschrijding van de termijn, die in het kader van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) moet worden beoordeeld, niet gerechtvaardigd was. De Raad heeft verweerder veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 500,- aan de verzoekers, alsook tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 236,-. De uitspraak benadrukt het belang van een tijdige behandeling van bezwaarprocedures en de gevolgen van een te lange duur voor de betrokken partijen. De uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra, met P.W.J. Hospel als griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 februari 2013.